N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Autocratie en lhbti Autocratische leiders in Rusland en het Midden-Oosten vinden lhbti-rechten ‘westerse propoganda’. En dus voeren zij strenge wetten in om „culturele en familiale waarden” te behouden.
In autoritair bestuurde staten blijft de positie van de lhbti-gemeenschap vaak precair. Dat geldt voor het Rusland van president Vladimir Poetin, maar ook voor veel regimes in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daar wordt betoogd dat tolerantie jegens lhbti’ers strijdig is met de tradities van hun land. Oproepen om lhbti-rechten te respecteren worden afgedaan als misplaatste pogingen om westerse waarden op te leggen. Poetin gaat het verst door zijn kritiek op westerse ideeën omtrent lhbti-rechten te koppelen aan het in zijn ogen verdachte democratische westerse politieke systeem in het algemeen.
Nieuw is de politisering van lhbti-rechten in Rusland niet
Rusland was buurland Oekraïne vorig jaar maart nog maar net binnengevallen, toen de Russische patriarch Kirill in de imposante Christus de Verlosser-kathedraal, op steenworp afstand van het Kremlin, een toespraak hield. Met galmende stem legde hij uit welke duistere plannen het Westen heeft met de Donbas, en waarom Russisch ingrijpen daar middels een ‘speciale militaire operatie’ absoluut noodzakelijk was: het Westen probeert de regio al jaren onder dwang te kolonialiseren, met de gaypride als „verschrikkelijk” instrument.
Die gaypride, zo hield de patriarch zijn kerkgangers voor, is niets minder dan een westerse „loyaliteitstest, een rite-de passage naar hun zogenaamd gelukkige wereld van overconsumptie en vrijheid”. Op de Oekraïense Donbas had de strategie echter geen vat. Toen bleek dat inwoners daar, in tegenstelling tot die in Kyiv, niet van zins waren hun christelijk-conservatieve waarden te grabbel te gooien, werd het oorlog. „Al acht jaar lang wordt geprobeerd te vernietigen wat er in de Donbas bestaat. Dat wil zeggen de verwerping van die zogenaamde waarden, die vandaag de dag worden aangeboden door hen die aanspraak maken op de wereldmacht”, zo sprak Kirill glimlachend en met twinkelende oogjes.
Bekijk ook deze fotoserie: Rusland raakt ook de Oekraïense lhbti-gemeenschap
In het Russische narratief zijn de oorlog tegen Oekraïne en de strijd tegen lhbti nauw met elkaar vervlochten, en stelt de staatspropaganda de afwijzing van homoseksualiteit op één lijn met de verwerping van het westerse waardensysteem. Ook de Russische president Poetin laat geen kans onbenut om te benadrukken dat homorechten een westers ‘wapen’ zijn om andersdenkende beschavingen als de Russische te vernietigen. „Willen wij dat kinderen van lagere schoolleeftijd worden blootgesteld aan zaken die leiden tot degradatie en uitsterving? Willen wij soms dat zij leren, dat er in plaats van mannen en vrouwen andere seksen bestaan, en hen geslachtsveranderende operaties aanbieden?”, zo sprak Poetin vorige zomer retorisch tijdens zijn grote annexatie-speech op het Rode Plein. Het blijft niet bij woorden. Afgelopen week werd de trans-gemeenschap in Rusland opgeschrikt door een wetsvoorstel, dat geslachtsveranderende operaties en de wijziging van geslacht in persoonsdocumenten verbiedt. De wet is volgens Doemaleden nodig, om „Rusland te behouden voor het nageslacht – met zijn culturele en familiale waarden, die een barrière vormen voor de penetratie van de westerse anti-familie-ideologie.”
Willen wij soms dat onze kinderen leren, dat er in plaats van mannen en vrouwen andere seksen bestaan, en hen geslachtsveranderende operaties aanbieden?
Vladimir Poetin president Rusland
De politisering van lhbti-rechten is in Rusland geen recente trend. De afgelopen tien jaar is het verketteren van de Russische lhbti-gemeenschap als ‘agent’ van het moreel verdorven Westen uitgegroeid tot een van de belangrijkste pijlers onder Poetins buitenlandpolitiek. Al in 2013 werd het ‘propageren van niet-traditionele seksuele relaties’ onder minderjarigen in Rusland wettelijk verboden. Dat gebeurde niet toevallig kort na de massale demonstraties tegen Poetins terugkeer in het Kremlin, waarin de president stellig de hand van het Westen ontwaarde.
De afgelopen jaren kampten vooral Russische jongeren met de gevolgen van het overheidsbeleid, dat latente homohaat op scholen, clubs en in gezinnen aanwakkert en tegelijkertijd professionele psychische en medische hulp aan lhbti’s criminaliseert. Human Rights Watch noemde het Russische beleid in een rapport uit 2018 „een klassiek voorbeeld van politieke homofobie, namelijk het treffen van kwetsbare seksuele minderheden voor politiek gewin.” Sindsdien voerden Russische wetgevers de druk verder op, onder andere met de invoering van een expliciet verbod op het homohuwelijk en het aanmerken van homorechten-organisaties tot ‘buitenlands agent’. Nieuwssite Foreign Policy omschreef de Russische lhbti-gemeenschap als „de kanarie in de kolenmijn” van een breed Russisch anti-westers offensief.
Afgelopen november, tien maanden na het begin van de oorlog, volgde de genadeklap. Met een serie aanvullende, opvallend onduidelijk geformuleerde wetten, werd ‘homopropaganda’ via media, literatuur, theater en film ook voor volwassenen verboden. Ook het verspreiden van informatie over ‘pedofilie’ en ‘geslachtsverandering’ werd aangepakt, op straffe van (tien)duizenden euro’s boetes. De ongrondwettelijke maatregel leidde tot grote verwarring en tot een uittocht van lhbti’s uit Rusland. Uit angst voor boetes en vervolging hieven tientallen lhbti-organisaties zichzelf op of doken onder.
Begin dit jaar noemde Human Rights Watch de uitbreiding van de repressie „slechts een volgende stap in het presenteren van lhbti+-rechten als een buitenlandse dreiging, en een ‘binnenlandse vijand’, een paard van Troje”. Met de jongste wet tegen trans personen lopen ook medici en psychologen risico op boetes.
Ironisch genoeg leidt Poetins obsessie met homorechten precies tot een tegenovergestelde beweging. Toen de Oekraïense parlementariër Inna Sovsoen een wetsvoorstel indiende om het homohuwelijk te legaliseren in Oekraïne, sprak ze: „Omdat Poetin homofobie tot zo’n groot onderwerp in zijn politieke agenda en nationale ideologie heeft gemaakt, associëren mensen hem automatisch met homofobie. Dus als wij anders willen zijn dan hij, dan moeten wij ons op dat vlak ook anders gedragen.” Desalniettemin zijn homorechten-organisaties bezorgd over de positie van lhbti in Oekraïne.
Weinig landen in het Midden-Oosten waar homo’s openlijk voor hun identiteit kunnen uitkomen
Toen het coronavirus in 2020 ook in Irak slachtoffers begon te maken, legde de invloedrijke Iraakse geestelijke en politieke leider Muqtada al-Sadr meteen een verband met iets dat hem al langer dwars zat. „Een van de meest ontstellende dingen die deze epidemie veroorzaakt hebben”, orakelde hij zonder enige bewijsvoering, „is de legalisering van het homohuwelijk”. Het virus zou een straf zijn van Allah voor het aannemen van dit soort liberale wetgeving. Hij riep regeringen overal ter wereld op die onmiddellijk ongedaan te maken.
Muqtada al-Sadr, die de sentimenten onder zijn arme sjiitische achterban goed aanvoelt, suggereerde dat het homohuwelijk door het decadente en verwekelijkte Westen aan Irak was opgelegd. Overigens is het homohuwelijk in Irak nooit gelegaliseerd, hooguit werden homoseksuele relaties soms gedoogd. Maar aframmelingen of moorden op homo’s zijn er niet ongebruikelijk.
Vorig jaar werd er in Irak een wetsvoorstel ingediend dat alle vormen van homoseksualiteit strafbaar stelde. Of dit het haalt is onzeker, maar het illustreert hoe politici in het Midden-Oosten en Noord-Afrika de lhbti-gemeenschap als zondebok behandelen wanneer het hun uitkomt.
In onze cultuur is het gezin heilig. Daar kan niemand aankomen. Iedereen die daaraan probeert te tornen, zullen we wurgen.
Recep Tayyip Erdogan president Turkije
Vorige week nog haalde de Turkse president Recep Tayyip Erdogan hard uit naar deze groep: „In onze cultuur is het gezin heilig”, riep hij na zijn herverkiezing. „Daar kan niemand aankomen. Iedereen die daaraan probeert te tornen, zullen we wurgen.”
Lees ook: ‘Ga naar Holland’ is trending als homofobe sneer in Turkije
Er zijn maar weinig landen in de regio waar homoseksuelen openlijk voor hun identiteit kunnen uitkomen. Buiten Israël, waar een bloeiende lhbti-gemeenschap bestaat, is homoseksualiteit wettelijk alleen toegestaan in Turkije, Jordanië, Bahrein en delen van de Palestijnse gebieden. In veel Golfstaten riskeren lhbti’ers – althans op papier – de doodstraf.
Dat geldt ook voor Iran, waar in 2022 nog drie homo’s werden geëxecuteerd. Wel zijn daar geslachtsoperaties legaal, sterker nog, die vinden op overheidskosten plaats.
Dit alles wil niet zeggen dat er geen lhbti-organisaties actief zijn in de regio. In Algerije bestaat er een drietal organisaties dat zich ondergronds heel effectief inzet voor de lokale homo-gemeenschap.
In Egypte is er meer repressie. Regelmatig worden er homo’s, biseksuelen, en transgenders gearresteerd. „De seculiere president Sisi presenteert zich als verdediger van de sociaal-conservatieve normen van de islam”, zegt Andrew Delatolla, een Midden-Oosten-specialist van de Universiteit van Leeds. Dat schuurt met de middenklasse en de bovenlaag waar veel hoogopgeleiden zitten die vertrouwd zijn met westerse waarden. „In die kringen heerst minder repressie. In een stad als Caïro gebeurt veel achter gesloten deuren. Dat kan de regering echt niet allemaal controleren.”
In de Golfstaten blijven homoseksuele relaties zeer riskant, vooral voor lokale mannen. Terwijl er voor vrouwen meer speelruimte is gekomen, is dat voor lhbti’ers niet het geval. „Er werken nu bijvoorbeeld beduidend meer vrouwen in Saoedi-Arabië”, zegt Will Todman van CSIS, een Amerikaanse denktank. „Maar de regering weet dat het conservatieve deel van de bevolking hiermee niet gelukkig is. Daarom vertellen ze hen: maak je geen zorgen, voor wat betreft homoseksualiteit houden we vast aan onze traditionele waarden. Kroonprins Mohammed bin Salman vindt het nu economisch aantrekkelijker vrouwenrechten te bevorderen dan de rechten van homoseksuelen.”
Lees ook Het miniregenbooglogootje moest van de Snackers-chips af
Dit verklaart waarom de Golfstaten op het obsessieve af speelgoed en (kinder)kleding met regenbooglogo’s verwijderen uit winkels en films weren waarin vrouwen elkaar kussen. Qatar poogde aanvankelijk tijdens het recente WK regenboogvlaggen buiten de stadions te houden. Pas na protesten werden die gedoogd.
Voor buitenlandse lhbti’ers gelden – tot woede van lokale homo’s – andere normen. Saoedi-Arabië, dat Westerse toeristen wil trekken, stelt op een website van de Toerisme Autoriteit de vraag of ook homo’s welkom zijn. Het verrassende antwoord luidt: „We vragen niemand persoonlijke bijzonderheden te onthullen en hebben dat nooit gedaan. Iedereen is welkom ons land te bezoeken.”
Hoewel islamitische leiders hard zijn jegens lhbti’ers van eigen bodem, neigen ze volgens Todman minder dan president Poetin naar anti-Westerse retoriek. Todman: „Het zijn zelf bondgenoten van het Westen, dus houden ze zich een beetje in en gooien het over de boeg van de traditionele islamitische normen waaraan ze willen vasthouden.”
De ironie is dat hun huidige strenge anti-homowetgeving vaak uit Britse of Franse koker stamt. Uit de koloniale periode dus toen er in het Westen nog weinig tolerantie jegens seksueel anders geaarden was en er in de islamitische wereld juist vaak meer ruimte voor homoseksualiteit bestond. „Die wetten zijn er nog altijd”, zegt Delatolla, „maar leiders praten er nu niet over als overblijfselen van de koloniale tijd maar alsof ze oude moslimtradities weerspiegelen.”
Westerse landen proberen nu landen in het Midden-Oosten weer te bewegen tot meer verdraagzaamheid jegens lhbti’ers, zij het niet altijd op even subtiele wijze. Sommige westerse actievoerders grepen het WK in Qatar aan voor openlijke demonstraties voor lhbti-rechten. Sommige voetballers, ook het Duitse team, steunden die acties. Hun gastheren schilderden die af als een misplaatste poging van het Westen wederom zijn waarden op te leggen.
Ook de lokale lhbti-gemeenschap zat op zulke solidariteit niet te wachten. „Zij trekken juist liever niet te veel aandacht”, zegt Todman. „Hun gemeenschap heeft het al druk genoeg met overleven. Het laatste wat ze in een klimaat van toenemende repressie willen is het middelpunt worden van een nationaal debat.”